Dematra, kort voor De Jaeger Marcel Transport, zag in 1976 het daglicht in Deinze. Marcel De Jaeger, onteigend als landbouwer in Dudzele om plaats te maken voor de uitbreiding van de Zeebrugse haven, verhuisde toen met zijn kroost naar Deinze. Om zijn acht kinderen naar school te brengen of mee te nemen op familiebezoek, kocht hij een busje aan dat tussentijds werd ingeschakeld voor het verzorgen van vervoerswerkzaamheden. In 1978 komt zoon Stefaan in de zaak en wordt een tweedehands trekker-opleggercombinatie aangekocht om in onderaanneming te rijden. Op het ogenblik dat een tweede combinatie is besteld, overlijdt vader Marcel schielijk. Zoon Geert komt in 1980 versterking bieden en neemt, andermaal in onderaanneming, de distributie van pakjes in Oost- en West-Vlaanderen op zich. Tot Dematra op een bepaald ogenblik zelf meer klanten weet aan te trekken dan zijn opdrachtgever en in eigen beheer een 24-uurs distributie-activiteit gaat uibouwen. “Op vandaag levert Dematra een 1.500-tal zendingen per dag uit in de Benelux, gaande van kleine pakjes tot volle trailers,” schetst ceo Geert De Jaeger, die met broer Stefaan het bedrijf op gelijkwaardige basis controleert. Geert’s zoon, Cédric, is inmiddels als lid van de derde generatie ook al binnen de onderneming actief. Goed twintig jaar terug zette Dematra zijn internationale transportactiviteiten op Nederland, Frankrijk en Spanje stop.
Initieel bracht Dematra zijn distributie-activiteiten onder in de garage van het ouderlijk huis langsheen de Oudenaardsesteenweg te Deinze. Noodgewongen werd snel uitgeweken naar de nabijgelegen industriezone “De Prijkels” waar op een terrein van 5.000 m² een woning annex klein magazijn werd opgetrokken. Dat magazijn werd kort nadien verder uitgebouwd en met een tiental laad- en loskades toegerust.
Om zijn groei te ondervangen koopt Dematra in 1996 branchegenoot Transport Dhondt in Tielt, op dat ogenblik onderdeel van de Waalse groep Gustin Orban Demonty (Verviers) en sinds de jaren ’50 actief in de distributie. Dematra verkoopt de gebouwen in de E3-laan te Deinze om zijn hoofdkantoor naar Tielt over te hevelen, waar het een opslagmagazijn van 6.000 m² met een 30-tal laadkades in gebruik neemt.
In Tielt begeeft Dematra zich in 2000 voor het eerst in de warehousing. Het bestaande magazijn werd uitgebreid met bijkomende opslagcapaciteit, waarvan een deel, conform de regelgeving, voor ADR-transport (2.500 palletten) wordt ingericht. Het standaardmagazijn krijgt een capaciteit van 5.000 palletten aangemeten. Na verloop van tijd wordt een punt gezet achter het ADR-verhaal en gaat Dematra meer dan ooit de kaart van de warehousing trekken.
Via Associated Oil Packers (AOP, Izegem) was Dematra intussen actief in de opslag van voedingswaren. Een en ander opende voor de logistieke dienstverlener de deuren voor het sterk groeiende Poco Loco (Roeselare), waarvoor in 2007 een “dedicated” magazijn in Roeselare wordt opgetrokken. Het pand, met een capaciteit van 23.000 palletplaatsen, bleek snel te klein zodat in en rond Roeselare bijkomende opslagcapaciteit in huur wordt genomen. Sinds Poco Loco aan een Fins familiebedrijf werd verkocht, verzorgt Dematra in Roeselare warehousing-activiteiten voor een drietal klanten. Voor de tortillabakker wordt nog gewerkt, maar die warehousing-activiteiten werd intussen in Nazareth ondergebracht.
“De samenwerking met Poco Loco stond voor ons gelijk met een doorgedreven professionalisering van de warehousing-activiteiten (WMS, barcodering, …). Gevolg is dat Dematra zich vandaag kan positioneren als specialist in de opslag van droge voeding met temperatuurgecontroleerde magazijnen die alle BRC-gecertificeerd zijn,” aldus Geert De Jaeger.
Terugkeer naar “de Prijkels”
De thuisbasis van Dematra in Tielt bleek intussen niet meer te volstaan om aan de groei het hoofd te bieden. Acht jaar terug keert de logistiek dienstverlener terug naar … “De Prijkels”, waar het bedrijf aan de Karreweg te Nazareth een pand van een sectorgenoot aankoopt. De familiale KMO beschikt er inmiddels over een site van 33.000 m², die voor 16.000 m² is bebouwd. Het eerste gedeelte van 8.000 m² werd er omgebouwd naar een opslagmagazijn voor distributiedoeleinden (5.500 m² met 58 loskades). Het afgescheiden tweede gedeelte, goed voor 13.000 palletplaatsen en zes loskades, werd ingericht voor warehousing-activiteiten.
Vier jaar terug kocht Dematra een bijkomend terrein van 15.000 m² aan de overzijde van zijn hoofdkantoor aan. Het trok er een opslagplaats van 12.000 m² met 16 laadkades en 27.000 palletplaatsen op die uitsluitend voor warehousing ten gunste van de voedingssector worden ingezet. Goed een jaar later nam Dematra in een huurmagazijn te Waregem de opslag op van de producten van een Amerikaanse vinylparketfabrikant. Ook hier kampt de logistiek dienstverlener met groeiproblemen. Bovendien loopt het huurcontract straks af. “De klant is bereid voor een periode van tien jaar met ons in zee te gaan. Bedoeling is dat we voor de opdrachtgever een Europees distributiecentrum uitbouwen”, onthult onze gesprekspartner.
Nood aan bijkomende ruimte
Die opdracht, in combinatie met de bestaande magazijnen die tegen hun capaciteitsgrenzen aanschurken, deden Dematra uitkijken naar een bijkomende site. Als enig logistiek dienstverlener wist het bedrijf een bijkomende site in de uitbreidingszone van “De Prijkels” aan te kopen. “Opzet is op het terrein van 35.390 m² twee gebouwen neer te poten. In het eerste standaardgebouw met kantoren, groot 10.000 m², zullen we onder meer onze vinylparketfabrikant uit Waregem onderbrengen. Het geheel, dat een voorbouw van 3.000 m² krijgt, wordt gereserveerd voor non-food klanten. Daarnaast plannen we de bouw van een 46 meter hoge silobouw met 70.000 palletplaatsen voor de voedingsindustrie. Het standaardgebouw hopen we volgend najaar in gebruik nemen, de silobouw willen we zo snel mogelijk realiseren”, zo nog De Jaeger.
Duidelijk is dat Dematra, zonder zijn distributie-activiteiten te verloochenen, in de toekomst meer dan ooit de kaart van value-added logistics zal trekken. Ambitie is in de komende jaren de warehousing-omzet te verdubbelen. Dat de focus zowel op food als non-food zal liggen, spreekt voor zich. Of de activiteiten binnen de food-sector zich tot temperatuurgecontroleerde opslag zullen blijven beperken, zal de toekomst uitwijzen.
